Massaproductie? Nee, bedankt! Handgemaakt, liefst sinds meerdere generaties in het familiebedrijf vervaardigd: gebak, mode, tuinkabouters of whisky. In Duitsland bestaan nog veel kleine manufacturen. Een reis langs het handwerk.
1. Stoom met hartstocht: Hoedenmakerij in Regensburg
Direct om de hoek van de Regensburger dom ligt een geel, heel klein onopvallend huisje. Boven de twee etalagevensters staan met hele grote letters de woorden ‘Der Hutmacher’op de gevel. Hier, op de Krautermarkt 1, worden inderdaad nog hoeden met de hand vervaardigd. De creatieve geest is de ‘Hutkönig’ Andreas Nuslan. Als geschoold hoedenmaker produceert hij dames- en herenhoeden. Voor elke gelegenheid is er iets passends: om er op Ascot mee te showen, voor de vroegere paus in Rome, voor een bergwandeling of gewoon als chique hoofddeksel voor alledag.
Een belletje van Disney
De wensen van de klant zijn soms erg individueel, bijvoorbeeld als Disney Duitsland opbelt en een fantasierijke hoed voor ‘Alice in Wonderland’ in opdracht geeft! Wie nog geen exacte voorstelling heeft van zijn droomhoed, vindt in de stapels van 12.000 hoeden in de Regensburger winkel vast en zeker iets naar zijn of haar zin. En als dit niet het geval is? Dan is er altijd nog de werkplaats: ongeveer 10.000 verschillende houten hoedvormen staan in rijen op schappen tot aan het plafond. Rond de tachtig arbeidshandelingen heeft Andreas Nuslan nodig om uit vilt met behulp van stoom en druk een nieuwe hoofdbedekking te maken. Prominenten als de acteur Jan Josef Liefers, de vroegere Paus Benedikt en Willy Brandt droegen zijn creaties al.
2. Echt Duits?! Tuinkaboutermanufactuur in Gräfenroda (Thüringen)
Een beetje wel… Maar wie heeft nog echte handgemaakte aardewerken dwergen in de tuin staan? De kleine mannekes met rode mutsjes zijn weliswaar symbool voor Duitse burgerlijkheid; aan de andere kant toch wel heel erg schattig. Bij Griebels zal nooit een kakelbont exemplaar uit China in zijn tuin komen! Want sinds 1874 produceert de familie Griebel echte dwergen van aardewerk. De kabouters worden allen op dezelfde plaats geboren: Gräfenroda, aan de rand van het sprookjesachtige Thüringer Woud. Hun typische uiterlijk karakteriseert vlijt en ijver, legt tuinkaboutervader Reinhard Griebel uit. Vanaf de schappen in de oude gezellige werkplaats kijken de kleine gebrande, maar nog ongeverfde exemplaren naar beneden. Ze wachten op hun kleurige outfit, waarna ze goed verpakt de wijde wereld worden ingestuurd. Soms komt er nog een foto van de tuinkabouter met zijn nieuwe eigenaar in de nieuwe woonplaats terug naar Gräfenroda.
3. Achter tralies: Lemonfish uit Plüderhausen
Het maakt niet uit of de zon schijnt, of het regent of als het sneeuwt; Bettina Bruchhagen gaat regelmatig naar de gevangenis, of beter gezegd naar de bewoners van de vrouwengevangenis Schwäbisch Gmünd. Niet als bezoekster, maar als werkgeefster. Ze laat daar van gebruikte zeezakken van het leger en bontgekleurde gerecyclede randen tassen, armbanden en portemonnees naaien.
Ze kwam samen met haar zakelijke partner en vroegere medestudente Alexandra Dittrich op dit ongewone idee. Toen beiden in 2001 de stap in de zelfstandigheid waagden, konden ze zich een productie in de gevangenis in de verste verten nog niet voorstellen. Zoals de meeste andere bedrijven, lieten ze hun producten in Azië maken. Maar de flexibiliteit, de nabijheid van de productie en het juiste gevoel bij de vervaardiging werden steeds belangrijker en zodoende werd op een gegeven moment voor de ongewone productieplaats in de gevangenis gekozen. Twee gedetineerden hebben achter tralies een opleiding tot modenaaister afgerond en zelfs in het eigen modelatelier zijn inmiddels ex-veroordeelden aangesteld.
4. Netjes gebreid! Perlhund uit Köln
Het begon met handgemaakte sieraden, tassen en riemen. Maar daarna is Bernadette Schwering geswitcht naar breiwerk. Haar achtjarige zoon bedacht de grappige naam van de kleine manufactuur: Perlhund. Eigenlijk moest het merk de naam Perlhuhn krijgen, maar zoon Benjamin stond op zijn nieuw bedachte woordcreatie. Met de breimachine vervaardigt ze sinds 2011 haar eigen stoffen en tovert die om tot mode uit de jaren veertig en vijftig. Bijzondere wensen worden graag in ontvangst genomen; ongewone unikleuren of kleurcombinaties (84 kleuren staan ter beschikking) of kleding tot maat 46 – er is veel mogelijk.
5. Hij houdt van de zon: Wijngoed Göbel-Schleyer- Erben in Ernst aan der Moezel
Het bevalt de rode wijnbergperzik uitstekend in de zon. Het allerliefst direct bij een tak. Daarvoor is de zonnige ligging van de wijnbergen optimaal. Aan de buitenkant heeft hij een ruwe huid met zacht dons en van binnen een stralend rood vruchtvlees en idem pit. Het is hier een geliefde specialiteit, die bijvoorbeeld op het wijngoed Göbel-Schleyer-Erben in Ernst groeit. Al drie generaties beheert de familie het wijngoed.
Vader Göbel begon in 1996 wijnbergperziken te verbouwen met de aanplant van ongeveer 50 boompjes van de zeldzaam geworden vruchtsoort. De jonge generatie van de familie heeft inmiddels ongeveer 450 bomen en verwerkt de rode vruchtjes onder andere tot jam, broodbeleg, of natuurlijk tot de populaire likeur. Daarbij is de likeurproductie voor de Göbens niet nieuw. Al jaren vervaardigen ze wijndruivenlikeur. De enigszins bitterfruitige smaak van de wijnbergperziklikeur met twintig procent alcohol wordt geheel natuurlijk zonder toevoeging van smaakstoffen gebrand. Aan de Moezel wordt de likeur puur gedronken of gemixt met sekt en is qua smaak ongeveer vergelijkbaar met kir royal.
6. Mosterd voor bij de maaltijd: Mosterdmolen Cochem
De circa vijfhonderd kilo zware en tweehonderd jaren oude molenstenen malen en malen bij de productie van mosterd waarbij het niet uitmaakt of het nu om nieuwe creaties gaat of om traditionele recepten uit de vijftiende eeuw. De mosterdmolen in Cochem is al een bejaarde dame. Tenslotte is het een van de oudste molens in Duitsland. Wolfgang kreeg de molen in handen en heeft haar compleet gerestaureerd. Hiervoor had hij een uitstekende opleiding; hij is namelijk machinebankwerker en draaier. Inmiddels oefent hij samen met zijn zakelijk partner Bernd Dehren het beroep van mosterdmolenaar uit. Het zijn de laatsten en enigen in Rijnland-Palts. Hij streeft ernaar mosterd volgens oude methode te produceren.
Daarbij past hij een werkwijze toe, waarbij de mosterd koud gemalen wordt en de etherische oliën uit het mosterdzaad behouden blijven. Wat het betekent dagelijks 360 kilo mosterd te produceren, kunnen bezoekers ter plaatse zelf zien. En natuurlijk wordt de rondleiding door de productieafdelingen door de mosterdmolenaar zelf verzorgd. Daarbij onthult hij de geheimen over alles wat daar in grote tanks en vaten gebeurt. Wist je bijvoorbeeld al dat mosterd een natuurlijke conserverende werking heeft, of dat het oorspronkelijke recept uit de vijftiende eeuw volgens onze smaak een beetje aan Kerstmis doet denken?
7. De smaak van Kerstmis: Printenbakkerij Klein uit Aken
Printen alleen met Kerstmis? Dat is in Aken ondenkbaar. Tenslotte is het een lokale specialiteit die hier thuishoort zoals pralines in Brussel. Het hele jaar door zijn de printen in Aken verkrijgbaar. Van heinde en verre hebben toeristen hier ook de smaak te pakken. Bakkerij Klein verstuurt zijn printen wereldwijd naar zijn fans. Het recept? Wordt niet prijsgegeven en blijft in de familie.
Andreas leidt in de vierde generatie de traditionele bakkerij en maakt geen uitzondering. Maar het mag duidelijk zijn; ze zijn handgemaakt en smaken heerlijk winters naar anijs, kaneel, koriander en kruidnagel, in de verte vergelijkbaar met taaitaai. Bij de familie Klein is echter de ene print de andere niet. Ze worden in talloze variaties vervaardigd; met amandelen, met chocolade, de klassieke zachte printen of de knapperige Printillo – bij elkaar tachtig ton per jaar! Als je de printen van de printenbakkerij Klein eens wilt proberen, kun je in Aken langs komen (voor kleine groepen is een rondleiding na aanmelding mogelijk).
8. Een extra portie karakter: Pruisische whisky destilleerderij in Mark Landin (Brandenburg)
Gronderig en krachtig – zo moet een goede whisky smaken. De Pruisische single malt van biogerstemout wordt met de hand gedestilleerd en op eikenhouten vaten gerijpt. De productieplaats bevindt zich niet ergens in Schotland, maar midden in Brandenburg in Schönermark. Voor apothekeres Cornelia Bohn is hier een oude droom van een whisky destilleerderij in vervulling gegaan. Ze werd ooit verliefd op de oude branderij met bijbehorende paardenstal en bleef.
Het is hier uiteindelijk al 150 jaar traditie om whisky te destilleren – en dat merk je ook. Precies de juiste plaats voor haar hartstocht. Het hoofdgebouw moest gesloopt worden, terwijl de paardenstal met heel veel moeite werd omgebouwd tot de huidige destilleerderij. De whisky van Cornelia Bohn kan uitsluitend via de handelaar gekocht worden, verzending naar Nederland bijvoorbeeld via deze website.