Zeven minder bekende musea in Berlijn
Berlijn is onomstreden de culturele hoofdstad van Duitsland. De musea op het museumeiland zijn wereldberoemd. Dat geldt in dezelfde mate ook voor de tentoonstellingshuizen, die aan de Berlijnse muur gewijd zijn. Bovendien kun je er ook naar open-air-galerieën zoals de Eastside Gallery gaan kijken. Wij presenteren vandaag zeven minder bekende musea in Berlijn. Deze zijn absoluut de moeite waard.
Tekst: Ralf Johnen
DDR Museum
Heb je ooit de woonkamerstoel van Erich Honecker willen zien? Of staat een kaartspel met groeten van de Stasi op je verlanglijst? Bezoek dan het DDR Museum, dat sinds 2006 het culturele erfgoed van de DDR bewaart. Daarbij gaat het niet om een romantiserende schets van de voormalig communistische staat. Wel is het de bedoeling om een accuraat beeld te conserveren van het land van de Trabi en de Plattenbau. Het museum werd trouwens in het leven geroepen door een particulier. Tijdens een bezoek aan de Duitse hoofdstad miste hij een soortgelijke tentoonstelling.
Hamburger Bahnhof – Museum für Gegenwart – Berlin
Dit gebouw was ooit het vertrekpunt voor de treinen naar de grote havenstad. Sinds begin van de 20e eeuw wordt het echter als museum gebruikt. Het in de wijk Moabit gelegen museum heeft is onderdeel van de Neue Nationalgalerie. Het museum is vooral gewijd aan de kunst van 1960 tot aan de dag van vandaag. Je kunt er werk zien van ondermeer Gerhard Richter en Sigmar Polke. Ook de fotografie is met namen als Bernd en Hilla Becher, Andreas Gursky en Thomas Ruff goed vertegenwoordigd. Bovendien is de Hamburger Bahnhof telkens weer het decor voor grote tentoonstellingen van avantgardistische kunstenaars van onze tijd. Mag je niet missen dus.
Neue Nationalgalerie
De Neue Nationalgalerie wordt sinds 2015 met grote inzet gerestaureerd. Het wachten tot de heropening begin 2021 is echter zeker de moeite waard. Ten eerste is het gebouw ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe, een van de meest kenmerkende architecten van het modernisme. En ten tweede is het de thuishaven van een belangrijke verzameling van modernistische kunst.
Je kunt er meesterwerken van ondermeer Edvard Munch, Pablo Picasso, Ernst Ludwig Kirchner en Max Beckmann zien. Maar ook latere perioden zijn met Gerhard Richter en Andy Warhol sterk vertegenwoordigd. Het avantgardistische karakter werd ooit duidelijk, toen de directie 1982 het schilderij “Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue IV” van Barnett Newman kocht. Voor dat besluit oogstten de verantwoordelijken moordbedreigingen.
Museum Berggruen
Museum Berggruen behoort eveneens tot de zeven minder bekende musea in Berlijn. Het ligt een beetje verscholen in het stadsdeel Charlottenburg. Het is benoemd naar verzamelaar Heinz Berggruen, die zijn collectie in het jaar 2000 voor een symbolisch bedrag van 253 miljoen D-Mark overdroeg aan een cultuurstichting. Dat bedrag lijkt hoog, maar je moet wel eten dat meer dan 100 werken van Picasso en 60 schilderijen van Paul Klee tot het bestand behoren. Ook de rest van de verzameling bestaat voornamelijk uit klassieke moderne, wat het tot een van de wereldwijd belangrijkste musea uit deze periode maakt.
Gropius-Bau
Gropius is een bekende naam in de Duitse architectuur. Het gebouw is echter niet benoemd naar Bauhaus-oprichter Walter Gropius. Het werd in de stijl van de Italiaanse renaissance ontworpen door Walters oudoom Martin Gropius. Het gebouw staat in de buurt van de Tiergarten en is tegenwoordig het toneel van de Berliner Festspiele. Maar er vinden ook spraakmakende tentoonstellingen plaats. In het middelpunt stonden onder meer Ai Weiwei en David Bowie.
Deutsches Technikmuseum
Duitsland staat bekend om zijn technische innovatiekracht. In dit nabij het Landwehrkanal gelegen museum kun je naar de ontwikkelingen in nagenoeg alle belangrijke disciplines kijken. Tot de tentoongestelde stukken behoren zowel oude locomotieven als ook een complete Frankische brouwerij uit het jaar 1909. Breng echter wel een beetje tijd mee, als je er naartoe gaat.
Mies van der Rohe-Haus
Een museum hoeft niet groot te zijn, om een verhaal te vertellen. Het bewijs vind je aan de noordoostelijke rand van Berlijn. Hier heeft architect Ludwig Mies van der Rohe 1938 een nogal bescheiden woonhuis voor familie Lemke ontworpen. Het zou het laatste gebouw voor zijn emigratie naar de VS zijn. Het gebouw heeft de vorm van een “L” en het is juist door zijn eenvoud een “must” voor iedere fan van moderne architectuur.