TOP

Worpswede: De kunstenaarskolonie toen en nu

Vrolijk, moedig en zelfbewust komt de schilderes Modersohn-Becker over in de film ‘Paula’. Zij leefde in Worpswede en voelde zich daar thuis. En dat is ze eigenlijk nog steeds.

Tekst: Franz Lerchenmüller

Het atelier van Paula-Modersohn-Becker in Nedersaksen

Het Paula Modersohn-Becker huis

In de zomer liep Paula ’s morgens graag in het wit van haar woning naar het atelier in de Brünjeshof. De veengrond veerde onder haar voeten, bijen zoemden in de warme heide en erboven een lucht zo weids, dat collega-schilders deze steeds weer vastlegden met steeds ander weer en steeds weer andere wolkenformaties.

Als ze flink doorliep duurde de weg tien minuten. Meestal haastte ze zich om zo snel mogelijk bij haar geliefde schildersezel te komen. Hier kon ze zoekend en toch vastbesloten omzetten wat ze bij haar bezoeken aan Parijs aan nieuwe artistieke indrukken had opgedaan. Hier ontstonden de logge, aardse schilderijen, waarin zelfs haar man Otto aanvankelijk alleen maar ‘handen als kolenschoppen, neuzen als klotsen en monden als wonden’ kon herkennen.

De heide is er nog steeds, als een laatste zorgvuldig onderhouden streep in het dorp, de zogenaamde ‘Marcusheide’. In het huis waarin Paula zes jaar met haar man leefde en op 20 november 1907, net drie weken na de geboorte van haar dochter ook stierf, hangen sepiakleurige foto’s en een kandelaar met gouden engel, die ze in Parijs had gekocht. In het vroegere atelier, waarvan de muren turquoise en petroleum zijn geverfd, kunnen bezoekers tegenwoordig overnachten.

Een centrum van artistieke inspiratie

Het in de buurt van Bremen gelegen Worpswede had zevenhonderd inwoners toen in 1889 de kunststudenten Fritz Mackensen, Hans am Ende en Otto Modersohn hier kwamen wonen. De riet gedekte stulpwoningen waren met elkaar verbonden door zandwegen waar hooiwagens overheen hobbelden. Op de traag stromende Hamme trokken de boeren de veenschuiten met bruine zeilen. Niemand kon vermoeden, wat er uit deze arme, maar op het oog romantische plek in de loop van een halve eeuw kon groeien. Het zou een centrum van artistieke inspiratie worden, dat met Parijs, Berlijn en Moskou was verbonde. En ook een plaats van sociale experimenten, een bedevaartsoord voor duizenden mensen en een achteraf beschouwd bijna ongeloofwaardig sprookje.

Dat uitgerekend de als kunstenares niet bijzonder gewaardeerde ‘schildersvrouw’ Paula Modersohn-Becker met haar 750 nagelaten schilderijen het bekendste gezicht van deze nederzetting werd, had destijds niemand kunnen vermoeden.

Het Brünjeshof is het voormalig atelier van Paula Modersohn-Becker in Worpswede

Brünjeshof: Het atelier von Paula

Tegenwoordig heeft Worpswede bijna tien keer zoveel inwoners. Het ziet eruit als een dorp met heel veel groen, maar zonder duidelijk centrum en eigen gezicht. Langs de rode geklinkerde Bergstraße staan cafés en statige villa’s, kleine galerieën en winkeltjes met snuisterijen. Een dertig meter hoge mammoetboom uit 1850 wordt als natuurmonument voorgesteld. En in de ‘Kleinste Galerie’, een soort telefooncel van hout, kunnen passanten naar het schilderij van een veenlandschap kijken en een innerlijke rust over zich laten komen. Op de centrale parkeerplaats getuigen met glanzende mozaïeksteentjes bezette slangen en slangeneieren van een recente poging om kinderen meer over kunst te laten leren.

Kunstenaarsdorp

Hoewel Worpswede geen dorp meer is, wil het ook geen stad zijn: het etiket van ‘kunstenaarsdorp’ is nou eenmaal goud waard. Hier wonen en werken tegenwoordig 140 kunstenaars en ambachtslieden en tijdens de jamsessions die op dinsdagavond in bistro ‘Sonntag’ worden gehouden, kun je er alleen maar naar raden wie van het bonte gezelschap tot de inwoners behoren en wie hier alleen zijn gekomen om alles eens te bekijken.

De begraafplaats van Worpswede met een standbeeld van Paula Modersohn-Becker

Het graf van Paula Modersohn-Becker op de begraafplaats in Worpswede

Een plaats van wereldbetekenis

Tot nu toe is alles nog niet zo verheffend, als daar niet die paar her en der verspreide, bijzondere gebouwen zouden zijn die onderling qua karakter en herkomst totaal verschillend zijn en de vroegere veenkolonie tot een plaats van wereldbetekenis bestempelen. Fritz Mackensen, die in de toenmalige school naast de kerk woonde, is als het ware de stichter van het dorp. Hij is begraven op de begraafplaats er direct tegenover, net als Paula en Otto Modersohn, Hans am Ende, Fritz Uphoff en vele andere minder bekende nakomelingen.

‘Godsdienst in het veen’

Aan de muur van de Zionskerk hangt een reproductie in origineel formaat van zijn vroege schilderij ‘Godsdienst in het veen’. In de gegroefde gezichten van de veenboeren tekent zich de neiging van de schilder af naar een duister pathos, dat hem later tot aanhanger van de nazi’s en hun opvatting van ‘Nordische’ kunst laat worden. Bijna alle vroege kunstenaars in Worpswede hebben de gezichten van de inwoners en het veenlandschap veelvuldig geschilderd.

Het Teufelsmoor in Nedersaksen

Het Teufelsmoor bij Worpswede

Oorspronkelijke landschap

Het Teufelsmoor dat oorspronkelijk vijfhonderd vierkante meter groot was, strekte zich uit tot aan de rand van het dorp. Tegenwoordig liggen hier suikerbieten- en maïsvelden. De laatste oorspronkelijke landschappen liggen acht tot negen kilometer verderop. Maar, als je hier dan heen gaat en tussen het moerassige laagveen en de spiegelende wateroppervlaktes doorloopt, begrijp je meteen waar Paula haar kleuren vandaan haalde: diepzwarte aarde, het zijdenzachte wit van de berkenstammen, de roestrode tot goud gevlekte bladeren in de herfst, een basis van het krachtige bruin van het gedroogde turf – elke blik hier buiten is een eigen compositie van de natuur.

Berken in het Teufelsmoor in Worpswede in Nedersaksen

Zachte berken

Heinrich Vogeler, de economische motor van het dorp

Ook Heinrich Vogeler hield van het veen en de berken. Hij was in 1893 bij de kolonie gekomen en ging een andere weg als de dominante Mackensen of de gebroeders Uphoff, de ergste nazi’s onder de schilders in Worpswede. Zijn Barkenhoff, een stulpboerderij, die hij tot een imposante witte villa met classicistische gevel had laten verbouwen, werd in 2007 omvangrijk gerestaureerd.

Een collectie van door Vogeler ontworpen vazen, bestek, meubels en schilderijen laat de verscheidenheid van zijn talent zien. Ook degenen, die alle ranken, bloemen en vogels van de jugendstil te beperkt vinden, zullen versteld staan van de vormvastheid en arbeidsdiscipline van de kunstenaar. Gedurende tien jaar was hij de economische motor van het dorp en werd met opdrachten overladen.

Het Heinrich-Vogeler-Museum in Worpswede uit de verteIn toenemende mate twijfelde hij echter over de zin en inhoud van zijn beroep. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij communist en vestigde een commune in zijn hof. Op foto’s is te zien hoe in de hal revolutionaire muurschilderingen waren aangebracht die later werden verwoest. In 1931 week hij uit naar de Sovjet Unie, waar hij in 1942 in Kazachstan stierf.

Het ‘Haus im Schluh’

Al langere tijd daarvoor had zijn vrouw Martha zich van hem laten scheiden en in 1920 het ‘Haus im Schluh’ als nieuw onderkomen laten bouwen. Hier hangen in de schilderijenzaal een origineel en twee grote foto’s van zijn ‘Komplexbilder’, collages die de verworvenheden van de Sovjet Unie weergeven en later bijna allemaal werden vernield. Zijn zoon Jan had enkele uit Moskou meegebracht, toen hij na de val van de Muur naar het Westen verhuisde. Ze zijn al die jaren verstopt geweest in een Russisch zomerhuis en zo bewaard gebleven.

Het museum "haus im Schluh" in Nedersaksen

links: “Haus im Schluh”

De ‘Sommerabend’, een afscheidsbeeld

Vogelers bekendste schilderij ‘Sommerabend’ hangt als een soort altaarbeeld in de ‘Große Kunstschau’, één van de musea in Worpswede. Dit museum is gevestigd in een koepelgebouw van Bernhard Hoetger, de man die als het ware schilderde met bakstenen en zijn gevels voorzag van rondingen, scheve vlakken, uitstulpingen en vouwen. Zijn ‘Kaffee Worpswede’ direct naast het museum, heeft geen enkele rechte hoek en werd al meteen door de inwoners van Worpswede omgedoopt tot ‘Café Verrückt’.

Het schilderij "Zwei Freundinnen aus Bergedorf" van Ottilie Reylaender

“Haus im Schluh”, Ottilie Reylaenders “Zwei Freundinnen aus Bergedorf”

De ‘Sommerabend’ werd voltooid in 1905 en toont een gezelschap goed geklede mensen op de trap en het terras van de Barkenhoff, een ontmoeting zoals er in die tijd veel waren. De kunstenaars zitten bij elkaar tussen klimrozen, musiceren, kijken dromerig in de verte. Rainer Maria Rilke die graag in een Russische kiel voorlas uit eigen werk, was er al niet meer bij. De vrouwen en mannen zitten er nogal verveeld bij, het lijkt alsof ze elkaar ergeren. Het is een afscheidsbeeld. De inspirerende beginjaren zijn voorbij maar de wilde jaren zouden nog komen.

Informatie over Worpswede en Paula Modersohn-Becker

Tourist-Information voor Worpswede en het Teufelsmoor

Bergstraße 13, 27726 Worpswede, telefoon +49(0)4792/935820

Het Museumverband van Worpswede bestaat uit de vier musea Barkenhoff, Große Kunstschau, Haus im Schluh en de Worpsweder Kunsthalle.

Het vroegere atelier van Paula Modersohn-Becker, de Brünjeshof, kan als vakantiewoning voor 2 personen worden gehuurd. Prijs excl. eindschoonmaak (€ 30) voor (minimaal) twee nachten € 116.