TOP
De oever van Meersburg

Terug in Meersburg aan de Bodensee

Als je daar weggaat, de hele wereld bereist en denkt dat je nooit meer terugkomt, laat het je toch niet los. Oude liefde roest niet. We moeten nog een keer terug naar Meersburg.

Tekst: Franz Lerchenmüller

Het is voorbij met de vredige morgen. De ‘Stuttgart’ loopt binnen en verwisselt van passagiers: tientallen mannen en vrouwen met videocamera’s, kinderwagens, rugzakken en hondjes worden op de promenade van Meersburg losgelaten en slenteren in de tegenovergestelde richting van de rij wachtenden. Een bonte groep beweegt zich over de kade tussen de gevlekte stammen en knoestige takken van de platanen langs de tafeltjes van restaurants en ijssalons.

De promenade met platanen en terrasjes

trabantos/shutterstock.com

Het zijn de eersten die een keuze moeten maken tussen ‘Apfelstrudel’ en een snoekbaarsfilet, de eerste nieuwsgierigen bij de houten ganzen, teddyberen en aardewerken kippen van ‘Der Bunte Laden – sinds 48 jaar’. En het eerste vakantiedrama: een volledig onopvallende vrouw geeft haar driejarige dochter een flinke oorvijg en kijft, dat het tochtje naar Meersburg direct wordt afgebroken als ze niet luistert. Een oud paartje doet tegen elkaar geleund een dutje op een bankje, een paar figuren komen hijgend op hun fiets voorbij. De bonte fietskleding van de bikers staat in schril contrast met de pastelkleuren van de huizen.

Toerisme

Zwanen landen ruisend op het water, een zilveren zeppelin schuift door de lucht en als de ‘Stuttgart’ weer wegvaart beginnen twee waterfietsen vrolijk te schommelen. De misschien wel tweehonderd meter lange oeverpromenade is de toeristische aanblik van Meersburg. Daarachter passen nog net twee rijen huizen; de rest van het stadje ligt op de berg erachter. Huizen met daken van leitjes in rode en gele kleurschakeringen, met twee verdiepingen, vakwerk en trapgevels. De bonte mix en de kleinschaligheid geven Meersburg aan de ene kant een burgerlijk karakter, aan de andere kant een zuidelijke charme.

Te veel romantiek? Op sommige plaatsen wel. Een bijna bekrompen idylle? Niet helemaal uit te sluiten. Tendens naar kitsch? Zeker aanwezig. Maar Meersburg heeft een geheim. Dat geheim heet ‘schijnbare nonchalance’ en dat is – zoals we weten – precies datgene waar toeristen naar op zoek zijn. Het vijfduizend inwoners tellende stadje is dan ook een ideale bestemming voor een kort bezoek. Maar dan moet je je niet verder verdiepen in het leven van deze stad. Je moet niets willen weten over het alledaagse leven. Vooral de glans en betovering aan de buitenkant niet verstoren! Ook bij storm en hagelbuien laat Meersburg zich eigenlijk altijd van de zonnige zijde zien.

Altijd zonnig en kleurrijk

trabantos/shutterstock.com

Zonnekaap

De weersverwachting met zon is alom aanwezig, want onder een blauwe hemel kennen we de stad en die is dan helemaal zichzelf. Friedrich Schnack één van de velen, die van louter geestdrift over het ‘Schwäbische meer’ niet meer te houden was, dweepte poëtisch over de ‘zonnekaap’.

Welnu! Een broodje met warme leverkaas als een verlaat ontbijt en een wandelingetje heen en terug langs de kleine winkeltjes. Het centrum van de stad is nog niet aan de bekende winkelketens ten prooi gevallen. Nog heeft het grotendeels zijn eigen karakter behouden. Bijvoorbeeld de houten arcaden in de Steigstraße, de reliëfs aan de erkertorentjes van Hotel ‘Zum Bären’ en het ertegenover liggende roze, barokke Neue Schloss.

Buiten het hoogseizoen

Tegen de middag gaat het er in Meersburg altijd een beetje mediterraan aan toe. De markiezen worden naar beneden gelaten, kelners knijpen hun ogen dicht tegen de zon, de borden worden voor de restaurants neergezet: ‘Käsespätzle € 14’, ‘Kretzerfilet, Zander und Felchen € 27’. Naast ‘Der liebe Augustin’ heeft bijna elke tweede horecagelegenheid een naam met een eigen verhaal: ‘Peter an der Steig’, ‘Alemannen-Torkel’, ‘Zum Bengel’… In deze tijd van het jaar kun je de stad goed bezichtigen; slechts weinig toeristen staan in de weg en versperren je uitzicht. En in de zomer? Laten we het niet over de zomer hebben.

Wie van Meersburg houdt komt buiten het hoogseizoen. Al snel ken je de weinige straten. Maar er is altijd een hoek, een boog, een beeld dat je bij het eerste bezoek niet hebt gezien: het 8,5 meter grote waterrad, de gigantische pijlers van de kasteelbrug en natuurlijk het uitzicht vanaf het terras van het kasteel. Aan de horizon de wit gemêleerde Zwitserse Alpen, daarvoor het felle blauw van het meer, bezaaid met witte driehoeken van de zeilboten. Leven en laten leven.

Oude burcht

Maar, als je dan toch nog wat cultureels wilt ondernemen, dan ga je naar de burcht, die al sinds de zevende eeuw op een zandstenen fundament ‘machtig boven alles troont’ – zoals dan zo mooi wordt gezegd. De burcht heeft vele bewoners gehad: de Merovingen, Hohenstaufen en de prinsbisschoppen van Konstanz. En het is nog steeds privébezit. De huidige eigenaren laten zich voor de bezichtiging van de paar kasten, harnassen en koperen potten goed betalen. Als je de Dagoberttoren wilt beklimmen en je aan de hand van nagebouwde schandpalen en strekbanken, ondersteund door een computerpresentatie in de folterkamer wilt laten infomeren over de heksenprocessen, moet je zelfs nog bijbetalen.

De burcht uit de 7e eeuw

LaMiaFotografia/shutterstock.com

Ook de dichteres Annette von Droste-Hülshoff logeerde tussen de oude muren van de burcht, die haar zwager Joseph von Laßberg in 1838 had gekocht. Drie jaar later bezocht de ‘Westfaalse nachtegaal’ het kasteel voor de eerste keer en daarna kwam ze regelmatig terug, totdat ze er in 1848 stierf. Van de opbrengst van haar tweede gedichtenbundel verwierf ze in de stad een eigen huis, het ‘Fürstenhäusle’, dat klein en zelfbewust, net als de toenmalige bezitster, een stukje boven de stad midden in de wijnbergen ligt. Verder beneden liggen barokke pronkstukken: het gele ‘Staatsweingut’ en het roze gymnasium begrenzen de rotsen boven het meer. Rondom staan de wijnstokken in keurige rijen.

‘Staatsweingut’ en gymnasium

trabantos/shutterstock.com

Museum Annette von Droste-Hülshoff

De dichteres wordt hier liefdevol herdacht met verse bloemen in de kamers, een gids die alles zakelijk en duidelijk uitlegt en dan komt ook de directrice nog die een paar historische akkoorden op het hammerklavier speelt. Je hebt het gevoel, dat het kleine museum 150 jaar na haar dood nog steeds de geest van de dichteres uitademt. De zonnestralen schijnen door de honingkleurige hal en op de verrekijker, waarmee ze graag de burgers van Meerburg bespiedde, strijken over de secretaire, de commode en de kleine stoelen die ze op haar lengte van 1,48 meter heeft laten maken. Op tafel liggen knipsels van kleine roosjes, jachthoorns en hertengeweien, die zo microscopisch fijn zijn, dat ze alleen door iemand die zo extreem kortzichtig was als zij gemaakt konden worden.

Hiervandaan keek ze door de wellicht destijds ook al witte raampjes uit over het meer beneden. Hier hield ze zich vast aan de overtuiging ‘Meine Lieder werden leben, wenn ich längst entschwand’, mijn liederen zullen leven als ik allang verdwenen ben. En hier werd ze verteerd door de onbeantwoorde liefde voor de bijna twintig jaar jongere Levin Schücking. “Levin, Levin, du bist ein Schlingel. Du hast mir die Seele gestohlen, gebe Gott, dass du gut mit ihr umgehst”. Ze verloor bij alle kommer en kwel de zakelijkheid niet en noteerde trots de 65 taler, die haar vijfduizend druivenstokken in het eerste jaar opbrachten.

Vis uit het meer

Het wordt avond. De temperatuur van het meer daalt en het wordt een beetje koud. Tijd om op de promenade de dag te beëindigen met gebakken houtingfilets uit het meer met worteltjes, broccoli en koolraap van het eiland Reichenau. Door de ‘Meersburger Fohrenberg’ is mijn glas iets beslagen; hij smaakt krachtig, fris en sprankelend en vast en zeker nergens zo goed als hier. Dit is zo’n wijnsoort die je niet moet verkassen. De mensen aan het meer weten dat, drinken het grootste deel van de wijn zelf. Rechts gaat de zon onder, tovert als afscheid roodgloeiende sluiers op de zwartblauwe spiegel. Ach ja, Meersburg.

Informatie

Gästeinformation Meersburg, www.meersburg.de

Bereikbaarheid: per schip van de ‘Weiße Flotte’ vanuit Konstanz, Lindau, Überlingen of Friedrichshafen. (www.bsb-online.com). Met de fiets via de Bodensee-fietsroute. www.bodensee-radweg.com Eventueel met stress: met de auto, waarbij in de zomer files gegarandeerd zijn.

Overnachten: “Zum Bären”, www.baeren-meersburg.de Dit historische gebouw stamt uit 1250. Het is gunstig gelegen midden in de stad en beschikt over een eigen restaurant. Hotel “Zum Schiff”, www.hotelzumschiff.de Een hotel met uitzicht over het meer. De kamers zijn niet hypermodern, maar schoon en aangenaam.