Schwarzwälder Kirschtorte

De Schwarzwälder Kirschtorte is de ster onder de Duitse taarten en wereldberoemd. Of de heerlijke taart nu werkelijk in het Zwarte Woud uitgevonden is, kan niemand waterdicht bewijzen. Waar ze oorspronkelijk vandaan komt is eigenlijk ook bijzaak, als je een stuk op je bordje voor je hebt liggen – Dan wil je alleen nog maar genieten!

Voor één springvorm van 28 cm Ø

Ingrediënten

Voor de bodem:

140 g couverture, puur
75 g boter
6 eieren
180 g suiker
100 g meel
50 g zetmeel
2 tl bakpoeder

Voor het beleg

800 g zure kersen uit een pot (gewicht van uitgelekte kersen)
500 ml kersensap
4 afgestreken el zetmeel
2 el suiker
100 ml kirsch
800 ml slagroom
3 pakjes vanillesuiker
ca. 20 gekonfijte kersen
100 g geraspte chocolade, halfpuur

Bereiding

De couverture met boter in een warm waterbad smelten. De eieren scheiden. Het eiwit stijf slaan. Eigeel met suiker schuimig mixen en de couverture erdoor roeren. Meel, zetmeel en bakpoeder in het stijfgeslagen eiwit zeven en losjes doormengen. Het deeg in een met bakpapier bedekte springvorm overdoen. In de voorverwarmde oven bij 175°C 40 ot 45 minuten laten bakken en de bodem vervolgens op een taartrooster af laten koelen. Na het afkoelen de bodem tweemaal horizontaal doorsnijden. Daarvoor met een mes een kleine inkeping in de rand maken en een stuk keukengaren om de taartbodem leggen en kruislings door de taart trekken.

De kersen afgieten (sap bewaren). Zetmeel met suiker vermengen en vervolgens met een beetje kersensap glad roeren. Het resterende sap aan de kook brengen en het zetmeel voorzichtig toevoegen en weer laten koken. De kersen hierin doen, iets af laten koelen en de helft van de kirsch doorroeren.

Twee van de drie taartlagen met kirsch (een klein beetje overlaten) bedruppelen en de kersenmassa op deze beide lagen verdelen, af laten koelen en stijf laten worden. Slagroom met vanillesuiker stijf slaan. Eén van de belegde taartdelen op een taartschaal leggen en met een vierde van de stijfgeklopte slagroom bedekken. Daarbovenop het andere bedekte taartdeel leggen en deze ook met een vierde van de slagroom bestrijken en hier dan de laatste taartlaag op leggen. Deze met het restje kirsch aromatiseren. De taart bovenop en rondom met slagroom bestrijken en de rest in een spuitzak vullen. De rand en de bovenkant met geraspte chocolade afdekken. De bovenkant helemaal aan de buitenrand met 16 of 20 slagroomtoefjes versieren. In het midden nog een slagroomtoef en op alle toefjes een gekonfijte kers leggen.