TOP
Kleurrijke strandhuizjes op het Duitse eiland Langeoog

Vakantie in Oost-Friesland

Meeuwen met hun “mijn, mijn”-gekrijs aan het strand. Een stevig briesje waardoor je haren constant in je gezicht waaien. Ingepakt in een strandkorf de zonsondergang bekijken. En dan natuurlijk de eindeloze vlakte. De zacht kabbelende weidse Waddenzee die zich bij eb in een  panorama van 360 graden tot aan de horizon uitstrekt. Dat is voor mij vakantie in Oost-Friesland.

Een meeuw op een strandkorf in Bensersiel in Duitsland

Tekst: Ulrike Klaas

Bensersiel in de ochtenduren. In het kleine plaatsje flaneren de mensen langs de paar winkels. In de haven klapt de visboer zijn kraam open en zet het bord ‘Geöffnet’ op voor zijn aanhanger. De eerste veerboot uit Langeoog loopt binnen. Mannetje aan mannetje staan de passagiers aan dek en wachten er op het schip te kunnen verlaten. Op de speelplaats achter de haven graven de eerste kinderen in het zand. De in de wind klapperende vlaggenmasten van de voor anker liggende schepen zijn deze morgen het enige wat een beetje hectisch is.

Aanvankelijk was ik niet zo heel erg overtuigd van mijn vakantiebestemming. Te vaak slecht weer. Te weinig afwisseling. Ik was hier al lang niet meer. Het is zeker twintig jaar geleden dat ik Oost-Friesland voor de laatste keer bezocht. Het was de corona-pandemie die de wereld gevoelsmatig veel kleiner maakte en mijn ogen voor mijn eigen land weer opende. En daar ben ik dankbaar voor, want anders had ik een hoop gemist.

Vakantie in Oost-Friesland: Schuin naar het naburige Siel

De vakantie begint rustig aan: Met de fiets langs de kust naar het volgende dorp Neuharlingersiel. Dat is tien en een halve kilometer in een schuine positie, want de weg langs de zee loopt over een dam, die behoorlijk schuin afloopt. Samen met de wind beneemt het me af en toe mijn adem. Na een paar kilometer ben ik er aan gewend en kan ik weer gewoon voor me uit kijken en van het landschap genieten.

De haven van Neuharlingersiel met huizen en schepen

Het is eb en in de verte kan ik de contouren herkennen van het eiland Langeoog dat tegenover Bensersiel ligt. Steeds weer versperren hekken die ontweken moeten worden de weg. Uiteindelijk, hoor je de bewoners van de frisse groene dijk, nog voordat je ze kunt zien. Vrolijk blatend kijken ze op en begroeten de langsfietsende mensen alsof het goede oude bekenden zijn. Daar verschijnen in de verte de eerste huizen van Neuharlingersiel.

Het  plaatsje zelf bestaat uit een dromerig haventje met mooie, steenrode huisjes en garnalenkotters – een maritieme coulisse als uit een plaatjesboek. Twee straatmuzikanten geven als begeleiding op bas en gitaar Elvis-klassiekers ten beste. De toeschouwers zitten op het muurtje, dat om de haven ligt en likken aan hun ijsje. Velen wippen mee op de maat van de muziek, sommigen zingen mee. Zelfs de meeuwen zijn op deze middag rustig en cirkelen zonder al te veel gekrijs boven de kotters en kijken rond en wachten af of er ook voor hen iets te halen valt.

Een riviertje in Oost-Friesland met baksttenhuizen

Siel-hopping: wat is de mooiste Siel?

Nergens anders aan de Nedersaksische kust vind je zoveel plaatsnamen met -siel op het eind. Bensersiel en Neuharlingersiel zijn zonder de andere gezien te hebben al behoorlijk ver boven aan mijn favorietenlijst. In plaats van op de fiets te springen, stap ik de volgende morgen in de auto. Mijn siel-lijst op twee wielen af te werken is toch een te grote uitdaging. Dornumersiel, Nessmersiel en Greetsiel staan als volgende op mijn lijst.

Ik merk al snel dat ze allemaal met hun mooie haventjes met kleine huisjes en garnalenkotters voldoen aan het cliché. Maar waar komt nou eigenlijk de toevoeging ‘siel’ vandaan? Al heel lang hebben de Oost-Friesen en Friesen met de Waddenzee te kampen om het land en beschermen het met dijken tegen de vloed. Een siel heeft daarbij de betekenis van een opening in de dijk als wateruitlaat. Siele zorgen voor transport van het water naar de Noordzee, laten daarbij echter geen  zeewater terugstromen. Vaak zijn de siele voorzien van een sluis en een haven.

Vakantie in Oost-Friesland: een broodje vis eten hoort erbij

Een broodje vis of garnalen in de hand en op je gemak het gemoedelijke reilen en zeilen in de haven bekijken hoort bij het bezoek aan een siel. In Nessermersiel, Bensersiel en Neuharlingersiel kan het echter ook wel eens wat hectischer worden. Steeds als een veerboot aanlegt en honderden bezoekers uitspuugt die van hun vakantie op de Oost-Friese eilanden terugkomen.

De molen van Grietsiel in Duitsland

Greetsiel is wel het meest idyllische vissersplaatsje op de lijst. Aan het begin van het dorp groeten de bekende Zwillings-windmolens aan het Alte Greetsieler Tief. Daar beginnen ook de met kinderkoppen geplaveide steegjes met mooie gevelhuisjes uit de 17e en 18e eeuw, waarin gedeeltelijk cafés en galerieën en ook typische souvenirwinkeltjes zijn gehuisvest. Dan kom je bij de schilderachtige haven met de grootste kottervloot aan de Duitse Noordzeekust. Lang kunnen we hier niet blijven, want er staat nog een punt op het programma. En dat heeft te maken met de komiek Otto Waalkes en streepsokken.

Wat hebben de vuurtoren van Pilsum en Otto’s streepsokken met elkaar te maken?

Niet ver van Greetsiel, direct langs de dijk, komt een opvallend geel-rood gestreepte vuurtoren tevoorschijn. Otto’s toren zoals de Oost-Friesen hem ook graag noemen. De vuurtoren van Pilsum was in de komedie ‘Otto – Der Außerfriesische’ uit 1989 de thuishaven van een van Duitslands bekendste komieken. De roodgele vuurtoren van Pilsum aan de Noordzee in Duitsland

En hij droeg in de film onder andere ook precies deze gestreepte look. Het is hier vredig. Schapen grazen achter de dijk de wind drijft daarbij passend de schaapjeswolken verder en zorgt er daarnaast voor dat met mijn gedachten hetzelfde gebeurt. Gewoon even diep ademhalen. Otto heeft het hier goed.

Vakantie in Oost-Friesland: Een kort bezoek aan Langeoog

Een vakantie in Oost-Friesland is niet compleet als je niet tenminste één eiland bezoekt. Behalve op Spiekeroog en Langeoog was ik als kind op alle zeven eilanden. Ik herinner me aan een spreuk, waarmee je de eilanden niet vergeet. Van oost naar west is dat: Welcher Seemann liegt bei Nanni im Bett  – Wangerooge, Spiekeroog, Langeoog, Baltrum, Norderney, Juist und Borkum, waarbij de ‘i’ voor Juist natuurlijk niet klopt, maar alla. Je kunt het zo toch onthouden. Ik kies voor Langeoog dat vanaf Bensersiel slechts in een uur met de veerboot te bereiken is. Dan duurt het nog tien minuten voordat je met het ‘Inselbähnchen’, het trammetje, in het centrum van het eiland bent aangekomen.

Strankorven op het strand van Langeoog aan de Duitse Noordzeekust

Naast me zit een echtpaar uit Solingen. Als ze horen dat ik voor het eerst op Langeoog ben, is er geen houden meer aan. Geestdriftig zwermen ze over wat het eiland voor hen betekent. Op iets meer dan twintig vierkant meter – waarmee Langeoog niet tot de grootste eilanden behoort – vind je een indrukwekkende veelzijdigheid. Het veertien kilometer lange zandstrand, beschermde natuurgebieden en plassenlandschap en een 100 hectaren groot bos, wat voor een Noordzee-eiland werkelijk ongewoon is.

Eindelijk veel zee in plaats van alleen maar wad

Het strand heeft een magische aantrekkingskracht op mij, want tot nu toe heb ik alleen veel wad en weinig zee gezien. Ik wil de bruisende branding zien. En die krijg ik ook te zien. Als ik nauwelijks over de houten vlonders  door de duinen bij het strand aankom, hoor ik het ruisen van de golven. Precies dat is voor mij vakantie in Oost-Friesland. Ik nestel me heerlijk in mijn strandkorf en krijg meteen bezoek van een paar meeuwen, die er vast van overtuigd zijn dat ik mijn garnalenbroodje met ze zal delen.

Weg met houten planken op het eiland Langeoog

Ik zal vandaag geen bos of natuurgebied zien. Mijn tijd tot de laatste overtocht breng ik grotendeels lui in de strandkorf door. Ik kan net nog een kleine shoppingtour langs de winkels in de Hauptstraße maken voordat ik mij in het laatste treintje naar de veerboot pers. Ik neem een flinke zonnebrand en heel veel ontspanning mee van het eiland.

Veel plaatsen aan de Oost-Friese Noordzeekust zijn nog precies zo als ik ze in mijn herinnering had. Je gelooft bijna niet dat er 20 jaar voorbij zijn sinds ik hier voor het laatst was. Op zich wel geruststellend dat er ook iets behouden kan blijven zoals het is. En als ik de zacht golvende Waddenzee in mij opneem die door de zon vuurrood kleurt en aan de horizon slaperig steeds kleiner wordt, zweer ik dat ik nooit meer 20 jaren voorbij laat gaan voordat ik hier terugkom.

Meer informatie over vakantie in Oost-Friesland

Kijk op de website van Oost-Friesland