TOP
Foto: Sasa Lalic/ shutterstock.com
Foto: Sasa Lalic/ shutterstock.com

In de ban van de bijen

Seeg zoemt: In het eerst honingdorp van Duitsland zijn het niet alleen de gasten die worden omzwermd. Dankzij de bijna volledig ongerepte natuur, de bloeiende weiden en circa 50 imkers is het kleine luchtkuuroord in de Allgäu een bolwerk voor bijen. We gaan op bezoek bij de vlijtige honingbijen in Seeg.

Tekst: Claudia Mach

Imker Simon Nuschele brengt zijn gasten in het begin in verwarring: hij tikt met zijn vingertoppen op een kast die in de belevenis-imkerij in Seeg als een soort geluksrad aan de muur hangt. Door de voorkant van plexiglas kun je goed zien, dat binnenin drie honingraten hangen. “Geef maar een flinke draai aan het rad”, zegt imker Simon, “dan loopt de honing er vanzelf uit”.

Een zwaai aan de vuurrode handgreep en daar gaat het in de rondte! Enkele lange minuten en veel omdraaiingen later druppelt het vloeibare goud in een vijf liter emmer. Links en rechts staan machines in het vertrek, waarmee machinaal wordt geslingerd. Hier kun je aan den lijve ondervinden, dat het handwerk bij het traditionele imkeren veel kracht kost.

Het honingdorp van Duitsland

Onze beloning staat al te wachten. We mogen de zelf geslingerde honing opvangen en proeven. De vinger gaat meteen langs het glas, waar het sappig zoete honingstroompje overheen loopt. De donkere boshoning smaakt heerlijk, ook al is die wat kruidiger dan de goudgele. We zijn op bezoek in Seeg in het zuidelijke deel van de Allgäu, in het zelfbenoemde ‘Honingdorp van Duitsland’. We proberen een antwoord te krijgen op de vraag waarom er in het slechts 2.800 inwoners tellende plaatsje in de Voor-Alpen zo vreselijk veel mensen in hun vrije tijd imkeren.

Foto: Claudia Mach

Foto: Claudia Mach

Imkeren uit traditie

“Het imkeren heeft bij ons een lange traditie”, vertelt Renate Carré, die regelmatig rondleidingen geeft en mooie verhalen vertelt. “Meer dan honderd jaar geleden in 1905 heeft Pastoor Josef Kolmsperger een van de eerste imkerverenigingen in de omgeving opgericht. “Destijds heette het nog Fruit- en Bijenteeltvereniging. Die twee horen ook bi elkaar”, zegt Carré. En ze vertelt dat het imkeren al in 1811 in de dorpsschool onderdeel van het onderwijs uitmaakte. In en om Seeg werd de kennis van generatie op generatie verder gegeven. Tot aan de dag van vandaag. Er zijn nog steeds ongeveer vijftig actieve hobby-imkers.

Zonder beschermende kleding

Simon Nuschele is bijzonder geëngageerd. Hij is vader van miljoenen bijen, bestuurslid en motor van de Seegse imkervereniging. De eindvijftiger met wit haar en een jongensachtige glimlach, staat in het nieuw gebouwde houten bijenhuis. Het ruikt er naar bos. Imkerhoed en –handschoenen hangen aan de haak van de deur.

Foto: Claudia Mach

Foto: Claudia Mach

Op het raamkozijn staat de ‘beroker’, die bij eventuele bijen-aanvallen kan worden ingezet. Bijen houden namelijk niet van rook. Daarom hadden de imkers vroeger altijd een pijp. Simon Nuschele heeft geen beschermende kleding of beroker nodig: “Ze hebben me nog nooit wat gedaan. Als je geen luchtje draagt, rustig en bedachtzaam bent, dan doen de bijen je niets. Wespen steken, maar onze Duitse bijen zijn zachtaardig. En als ze toch steken: Een bijensteek is goed tegen reuma.”

Belevenis-imkerij

Hij loopt het hoofdgebouw in en wij erachteraan: op de bovenverdieping van de belevenis-imkerij vertoont de imker eerst een film en laat daarna foto’s zien. Op één ervan zie je hoe een bij, waar achterop een heleboel pollen kleven, op zijn vinger zit. Voor hem, lijkt het wel, zijn bijen huisdieren. “En waanzinnig intelligent.” Ze produceren honing automatisch zuiver naar soort. Als er bijvoorbeeld veel paardenbloemen of appelbomen in de buurt staan, zullen de bijen niets anders den paardenbloemen of appelbloesem bezoeken. Hun instinct, vlijt en perfectie bij de bouw van een honingraat is fenomenaal.

Foto: Claudia Mach

Foto: Claudia Mach

“Pure techniek! Elke zeshoekige cel is op de millimeter precies even groot. Bijen gebruiken zichzelf als referentiepeil.” Ter verduidelijking haalt Simon Nuschele een uitvergroot model van het buitengewoon sociale diertje tevoorschijn. Er is geen vraag, waarop de kenner geen antwoord weet. Bijvoorbeeld op de vraag hoe bijen koningin, werkster of dar worden: “Dat bepalen ze door de keuze van het voedsel en het formaat van de broedcel.” Als er een koningin moet komen, krijgt de made een grotere broedcel en wordt uitsluitend met Gelée Royale gevoerd.

Familietraditie

Nuscheles vader was naast zijn hoofdberoep al imker. “Zoals dat meestal gaat in het leven, had ik als jongeman helemaal geen belangstelling. Toen hij net gestorven was ben ik ook met imkeren begonnen.” Aanvankelijk met twee volken. Momenteel, 25 jaar later, houdt de 57-jarige 60 tot 90 volken. Een bijenvolk levert tussen vijf en vijftig kilo honing op en bestaat in de zomer uit ongeveer 50.000 bijen. Of er wel eens een dag in het leven van de imker is, waarop hij het woord honing niet in de mond neemt? Nuschele lacht: “Nee, dat geloof ik niet.

Ook in de winter is een bezoek aan het honingdorp de moeite waard”, legt Nuschele uit. Dan kunnen de gasten in het Seegse bijenkijkhuis met de winterbijen kennis maken en hij tilt voorzichtig het deksel van de bijenkorf op. Onder de licht beslagen plasticfolie vlijen de honderden insecten zich dicht tegen elkaar aan. In het koude jaargetijde vormen ze met elkaar een tros en trillen een beetje.

Foto: Claudia Mach

Foto: Claudia Mach

65-jarige ‘Jungimkerin’

“Bij vijf tot zeven graden verstijven ze”, legt de imker uit. Pas als de buitentemperatuur hoger dan 12 graden wordt, vliegen ze uit. “Als ik nu zeg, dat jullie je hand op de folie leggen, vinden jullie dat allemaal een beetje raar.” Maar dan volgt de verrassing: de bijentros voelt aan als een warmtekussen. “Ja”, zegt imker Nuschele grijnzend, “je gelooft het bijna niet, maar de werksters kunnen zichzelf en de koningin met hun eigen spiertrekkingen tot 30 graden verwarmen. Als het ’s winters gedurende langere tijd erg koud is, bevriezen er toch nog veel volken.”

Nuschele klapt het deksel dicht en Edelka Christiansen stapt naar voren en stelt zich voor: “Neem me niet kwalijk, “Jungimkerin” zegt de 65-jarige glimlachend. “Jungimkerin betekent, dat we beginners zijn, imkers in de proeftijd.” In een praktijkjaar leert de ijverige leerling, die tien jaar geleden met haar man naar de bergen is verhuisd, wat bij het houden van bijen belangrijk is. Zijzelf, vertelt ze, heeft geen eigen bijenvolk, maar ze is een soort Nanny: “Ik pas op onze verenigingsbijen op.” Als we vragen wat haar tijdens haar leertijd het meest verrast heeft, antwoordt ze, dat het voor een vrouw toch vrij zwaar werk is. “Een volle bijenkorf weegt 40 kilo. Til deze maar eens op.” Desondanks zijn er op dit moment veel vrouwen, die imker willen worden.

Foto: Claudia Mach

Interactieve bijenpad

Op de terugweg treffen we Renate Carré weer, die net als imker Nuschele in de ban van de bijen is. Carré’s man is – hoe kan het anders – ook hobby-imker. We lopen over de brink langs het interactieve bijenpad. Op twaalf haltes krijg je informatie over de vlijtige diertjes, hun leefwijze en het nut voor de mensen. We komen langs enorme boomgaarden en ook langs het ‘insectenhotel’. Je ruikt de zoetige geur van het voorjaar. De bijen zoemen en verzamelen vlijtig nectar.

Dol op kruiden

Om ervoor te zorgen dat ze zich goed voelen en iets hebben om te bestuiven, was er vorig jaar zomer in het dorp een grote beplantingsactie. De bijen zijn dol op fruitbomen en –struiken en geneeskrachtige kruiden als tijm, lavendel, salvia en klein hoefblad. Renate Carré vertelt hoe haar man het uitzwermen van bijen probeert te vermijden door de deling van een volk te voorkomen (“dan is er minder honing”) en praat geamuseerd door over het bestaan van de darren.

“Mannen hebben het in een bijengemeenschap niet goed. Die kunnen ook niks. Zijn er alleen maar om voort te planten en daarna worden ze voor de deur gezet en sterven ze. Wie niet werkt, mag niet blijven.” Ze somt een lijst met nuttige inhoudsstoffen van de honing op, vertelt over hoe de bijen de nectar met eigen lichaamsenzymen verder verwerken, en over agressieve bijen in de VS en wat ze het liefst met honing kookt. Nog lang blijft de bijen in je hoofd nazoemen.

Foto: Claudia Mach

Foto: Claudia Mach

Info:

Met ondersteuning van de EU startte de gemeente het in Duitsland unieke pilotproject en bouwde in de vroegere schooltuin een groot bijenkijkhuis, waar inmiddels negen bijenvolken in huizen.

Het voormalige schoolgebouw is sinds zomer 2013 in gebruik voor de belevenis-imkerij, (imker)opleidingen en lezingen. Bovendien is er een bijen-belevenispad met twaalf informatiepunten en een bijenkinderspeelplaats aangelegd.

Erlebnisimkerei met Bienenhaus
Hauptstr. 66, 87637 Seeg

www.honigdorf-seeg.de

Openingstijden: van midden april tot eind oktober donderdags en zondags van 14 – 17 uur en op afspraak.

Rondleidingen met proeverij in het seizoen op donderdag 15 uur na telefonische aanmelding bij de Tourist-Information Seeg (+49(0)8364/9830-33).

Entreeprijs incl. rondleiding voor volwassenen € 5,40, kinderen (tot 12 jaar) € 3,40.

In de winkel verkopen de leden van de imkersvereniging eigen honingprodukten.

Edelke Christiansen is verantwoordelijk voor de informatie rond gezondheid en imkerij.

Overnachting in het Honinghotel

Landhotel Seeg, Wiesleutener Str. 9, 87637 Seeg

Telefoon +49(0)8364/880

www.landhotel-seeg.de

Het hotel serveert gerechten en drank met honing en verkoopt honing en honingproducten en heeft in het wellness-aanbod o.a. honingmassages.

Prijzen in het hoofdseizoen per nacht, incl. ontbijt voor een eenpersoonskamer vanaf € 79 en een tweepersoonskamer vanaf € 99.