Vanaf of via Keulen kun je een prachtige route door het Nationalpark Eifel ondernemen, zonder dat je een auto nodig hebt. In plaats daarvan ben je met de trein en een bootje onderweg, als je niet aan het wandelen bent tenminste.
’s Morgensvroeg van Keulen naar Gemünd
Bij voorkeur stap je op het centraal station van Keulen (of in Keulen-Zuid) op de regionale trein naar Kall in de Eifel. De trein stopt slechts een paar keer en binnen een uur ben je tot ver in de Eifel beland. Al op het station ziet het er idyllisch uit. Deze indruk wordt alleen maar sterker als je door het stadje met 11.000 inwoners loopt: Bloembakken met geraniums hangen aan de brug over de Urft. Iets hoger gelegen ligt een wit kerkje. Alles ziet er heel netjes uit.
Over de Eisenauerstraße loop je eerst naar het westen in richting Gemünd. Al snel bepalen grazende koeien en bloemenweiden het beeld van de omgeving. Als je aan het einde van de bebouwing bent aangekomen, buig je naar het zuiden een veldweg op. De Wackerberg doet zijn naam eer aan: want hij slingert met een behoorlijk stijgingspercentage de berg op. Meer dan 100 meter omhoog moet je overwinnen door het dichte bos waar een heerlijke geur van naaldbomen hangt. Maar geen zorgen, deze klim is de enige noemenswaardige stijging van de dag.
Boven aangekomen gaat de wandeling weer richting Gemünd verder over een naamloze weg. Eerst door een stil bos en later langs open plekken, waar vandaan je een prachtig uitzicht over de Kermeter hebt. Deze op de overkant van het Urftdal gelegen bergrug ligt in het centrum van het Nationalpark Eifel. Weer beneden aangekomen, lopen we door Gemünd en het voetgangersgebied van de stad. Het kuuroord maakt een enigszins ingeslapen indruk, maar het Gemünder Brauhaus is een oponthoud zeker waard. Aan het westelijke uiteinde van Gemünd ligt het Kurhaus met het informatiecentrum Nationalparktor Gemünd. Het bijbehorende café is voorlopig de laatste mogelijkheid om een versnapering te krijgen. Als je al warme voeten hebt, kun je in de Kneipp voorzieningen een wisselvoetenbad nemen.
’s Middags door het Urftdal
Inmiddels hebben we negen kilometer afgelegd. Van nu af aan volgen we de loop van de Urft over een prima aangelegd pad dat alleen voor fietsers en voetgangers is toegestaan. Geluiden uit de bewoonde wereld hoor je de komende twee uur niet. De compleet vlakke route laat je steeds weer genieten van schilderachtige uitzichten over de rivier, die vlak voor de Rursee een stuwdam heeft en daardoor steeds breder wordt.
De idylle wordt één keer verstoord als de futuristische Victor-Neels-brug in zicht komt. Over het bouwwerk kun je de andere kant van het Urftstuwmeer bereiken. Op de andere oever loopt een steile weg omhoog naar de Burg Vogelsang. Voor een wandeling van een dag zou de omweg erheen te veel tijd kosten.
In plaats daarvan zetten we onze tocht voort langs de ongerepte oevers van het Urftstuwmeer op weg naar de stuwdam. Na ruim 18 kilometer bereiken we die. Hier heerst ineens veel meer drukte, want het 58 meter hoge bouwwerk uit 1905 is ook met de auto bereikbaar. Op de dam bevindt zich de horecagelegenheid Urftseemauer. Het restaurant doet wat stoffig aan, maar voor een alcoholvrij biertje en een klein hapje voldoet het prima. Zo kunnen we met een vers gevuld energiereservoir de resterende 4,5 kilometer naar de Rursee beginnen.
Later op de middag: de grote ronde om de Rursee gaat verder
We kopen kaartjes voor de overtocht naar Schwammenauel bij Heimbach aan de andere kant van het meer. Sinds de Rursee in de New York Times als bestemming werd aanbevolen, zijn er niet langer alleen Nederlanders, Belgen en Duitsers aan boord. Nee, ook Amerikanen en Aziaten hebben de Eifel-Amazonas ontdekt.Zo wordt het water aan boord met een knipoog genoemd. Nu zit de grote ronde om de Rursee er bijna op. Na alle inspanningen genieten we van een biertje op het zonnedek en laten we de groene heuvels van de Eifel passeren. Wat een dag!
Maar het is nog niet helemaal voorbij. Als we in Schwammenauel aankomen na een uurtje varen in de prachtige omgeving, stellen we ons één vraag: Wandelen we naar Heimbach? Ook al is dat weer meer dan drie kilometer. Of nemen we het “Bimmelbähnchen”, een elektrische bus die eigenlijk meer voor senioren, kinderen en Amerikanen wordt gerund?
Deze keer besluiten we het treintje te nemen. Wel lopen we vanaf het station van Heimbach langs de Rur naar een plaats waar boten worden verhuurd. Hier is een van de mooiste biertuinen van de Eifel, waar je voor weinig geld een koud drankje krijgt: Een halve liter bier kost ongeveer twee euro – en dat met een prachtig uitzicht op het water.
‘s Avonds van Heimbach naar Keulen
Als we terug in het stadje zijn, bezoeken we het Eifeler Hof. Hier genieten we van de regionale keuken, met name de zelfgemaakte konijnenpaté. Moe en vol zitten we dan aan boord van de Rurtalbahn, die ons naar Düren brengt. De trein heeft enorme panoramaramen, waardoor dit deel van de reis ook heel mooi is.
Vanuit Düren brengt de Regionalexpress ons binnen een half uur terug naar Keulen. Hier laten we ons na de grote ronde om de Rursee op het bed vallen. Uitgeput – maar zeer tevreden.
Informatie over de grote ronde om de Rursee:
Trein: Met het Schöner-Tag-Ticket NRW van de Duitse Spoorwegen kan je de volledige routes met maximaal vijf personen afleggen voor 46 €.
Boot: De tickets met de Rurschifffahrt van Rurberg naar Schwammenauel kosten 7 € per persoon (enkele reis).
Nationalpark Eifel: www.nationalpark-eifel.de
Verhuur: Boote und Kanuverleih Freizeitanlage Heimbach: Über Rur, 52396 Heimbach
NRW Tourismus: www.nrw-tourismus.de