Industriecultuur in Rijnland-Palts
Niet alleen in het Ruhrgebied hebben mijnwerkers belangrijke delfstoffen uit de aarde gehakt. Ook de deelstaat Rijnland-Palts heeft een rijke historie als het om industriecultuur gaat. Hier wordt tijdens de cultuurzomer veel aandacht aan besteed.
Tekst: Verena Wolff
Het is nog niet zo heel lang geleden dat de mannen tussen de Rijn en Ruhr elke dag de mijnen ingingen. Diep onder de grond, ver weg van het daglicht, zwoegden ze om de kolen uit de gangen te slaan. Dat deden ze in steenkolenmijnen (‘Zechen’) als de Zollverein, Consolidation, Nachtigall en hoe ze ook mochten heten. Tegenwoordig herinneren nog enkele schachtbokken aan deze tijden, toen de mannen nog kompels waren en de vrouwen elke dag kolenstof van de ramen wisten.
De bokken zijn allang buiten bedrijf en (deels) monumenten van de industriecultuur geworden. Je vindt ze overigens niet alleen in de ‘Ruhrpot’, maar ook verder naar het zuiden, in Rijnland-Palts. Om precies te zijn in het Westerwald, aan de Moezel, in het Lahndal en in het Midden-Rijndal. Daar wordt de industriecultuur tijdens het zomerfestival gevierd. Naast veelzijdige en bijzondere podia met interessante optredens zijn er ook vele bezienswaardigheden.
Westerwald
Hoewel de mannen in het Westerwald niet onder de grond gingen, was hun werk was daarom niet minder gevaarlijk. In de steengroeven aan het Stöffelpark werd ooit basalt gewonnen. Aanvankelijk werd dit nog met de hand gedaan, later werden voor het zware werk steeds meer machines ingezet.
In het ‘Tertiär- und Industrie-Erlebnispark Stöffel’ kun je talrijke originele plaatsen bekijken. Bijvoorbeeld waar de kiepwagens en steenbrekers vroeger hun werk deden. Ook een van de oudste van de in totaal vier breekgebouwen uit 1902 maakt daarvan deel uit. Er staan machines uit de vorige eeuw en je kunt zien hoe het leven in de basaltwinning en -verwerking eruitzag. De zogenaamde ‘historische werkplaats’ bestaat uit een oude smederij en wagenmakerij. Wat vroeger het middelpunt van het bedrijf vormde, is tegenwoordig een zorgvuldig gerenoveerd industriemonument. Hier staan nu regelmatig culturele evenementen op het programma.
Midden-Rijndal
De Sayner Hütte in Bendorf-Sayn behoorde gedurende 50 jaar tot de grootste gieterijen van het voormalige Pruisen. In de in 1830 gebouwde giethal worden tegenwoordig – honderd jaar na de stillegging – tentoonstellingen, concerten, kunst en culturele evenementen georganiseerd.
Maar er is nog veel meer te zien in het cultuurpark Sayn. Het museum van kasteel Sayn presenteert bijvoorbeld de historische achtergronden van de gietijzerkunst. Bovendien kun je in het Mühlenmuseum ‘Hein’s Mühle’ zien hoe zwaar het werk vroeger was. En dan is er nog een prachtig kasteelpark, de abdij, de 800 jaar oude burcht Sayn en de Romeinse wachttoren van het UNESCO Werelderfgoed Obergermanisch-Raetischer Limes.
www.sayn.de, www.saynerhuette.org
Lahndal
Waardevolle grondstoffen zoals ijzererts, leisteen en marmer verschaften de inwoners van deze regio ooit een vast inkomen. Tegenwoordig kun je in diverse musea ontdekken hoe het zware arbeidersleven er in de praktijk uitzag en wat de gevolgen waren van de maatschappelijke veranderingen erna. In Weilburg zijn twee musea onder één dak samengebracht: het mijnbouw- en het stadsmuseum. De mijn, die bezichtigd kan worden, ligt direct onder het meer dan 300 jaar oude barokke gebouw. Hier staan originele machines die vroeger in de mijnbouw zowel boven als onder de grond werden gebruikt.
In de Villa Grün in Dillenburg kun je zien hoe de oude industrie in de zeventiger jaren achterhaald raakte. Plotseling werd het delven van grondstoffen onrendabel. Daarentegen is het huidige Dill-gebied een belangrijke wetenschappelijke regio. Onderzoek en ontwikkeling nemen een belangrijke plaats in. Ook worden hier nu geavanceerde machines en producten gemaakt. In de nieuwe permanente tentoonstelling ‘Industrie heute’ kunnen de bezoekers ontdekken hoe de kentering in de loop der tijd tot stand is gekomen.
www.industriekultur-mittelhessen
Moezel
Wie bij de Moezel direct aan een lekker wijntje denkt, heeft het gelijk natuurlijk aan z’n kant. Maar de regio biedt nog veel meer. In het lieflijke landschap bevinden zich namelijk tal van getuigen van het industriële cultuurerfgoed, waaraan beroemde namen als Karl Marx, Friedrich Wilhelm Raiffeisen en August Horch hun steentje hebben bijgedragen.
Het bekende ‘Mosel-Musikfestival’ heeft dit onderwerp opgepakt. In de zomer vinden talrijke concerten op bijzondere podia plaats, zoals het ‘Druckhaus des Trierischen Volksfreunds’, de Droh-energiecentrale in Leiwen en de Bundesbank- bunker in Cochem. Of wel het houtsnijwerkmagazijn van de firma Leyendecker en de stanshal van de Firma Natus, beide in Trier.
Thea Weires Annika von Trier – Marx [Mosel]