TOP
Thorsten Bock/shutterstock.com

Onze hits in NRW

Er is in NRW (Noordrijn-Westfalen) heel veel te doen. Bij een zo’n grote verscheidenheid aan recreatief, toeristisch en cultureel vertier willen we graag helpen om de keuze wat makkelijker te maken. Daarom hebben we een lijst van onze hits samengesteld. Hier is vast iets van je gading bij!

Tekst: Jennifer Latuperisa-Andresen

Schoon naar beneden, vuil naar boven

Sinds de 13e eeuw wordt in het Ruhrgebied steenkool gewonnen. Omdat er tegenwoordig bijna geen mijnen meer zijn die nog actief steenkool delven, zijn er helaas geen mogelijkheden meer om als toerist in een mijnschacht af te dalen. Gelukkig kun je in het Deutsche Bergbau-Museum in Bochum nog wel beleven hoe het er in een schacht uitziet. Onder het museum bevindt zich op een diepte van 20 meter namelijk een naar een origineel voorbeeld nagebouwde mijn, die bezichtigd kan worden.

Hoewel het dus geen echte mijn is, kost het sommige mensen toch de nodige zelfoverwinning om naar beneden te gaan. Wat beleef je daar? Het is er donker, koud en stoffig, maar waanzinnig interessant. Bij het Bergbau-Museum kun je naast een bezoek tijdens de normale openingstijden ook een nachtrondleiding meemaken, waarbij je een kijkje neemt in delen van de mijn die normaal gesproken voor het publiek gesloten zijn. Vanzelfsprekend met een helm en een hoofdlamp op. www.bergbaumuseum.de/de/ information/anschauungsbergwerk 

VanReeel/shutterstock.com

Naar het Hermannsmonument in Detmold klimmen

In het jaar 9 na Christus lukte het de Cheruskenvorst Arminius drie Romeinse legioenen onder aanvoering van veldheer Varus te verslaan. Eerst deed hij alsof hij de vriend van Varus was, om vervolgens in het geheim meerdere Germaanse stammen te mobiliseren. Met hen viel Arminius de legionairs aan en zo versloegen de Germanen bij de beroemde Varusslag 20.000 Romeinen. Varus stortte zichzelf na afloop in zijn eigen zwaard. De meeste onderzoekers gaan ervan uit dat Arminius – die later de modernere, Duitse naam Hermann kreeg – in de regio tussen Osnabrück en Bramsche moet hebben toegeslagen.

De Beierse architect Ernst von Bandel (1800–1876) droomde er zijn leven lang van een Arminiusmonument in het Teutoburger Wald op te richten. Na 37 jaar bouwtijd stond Hermann op zijn sokkel. Zijn 550 kilo wegende zwaard steekt hij op meer dan 50 meter hoogte de lucht in. Bij de onthulling van het monument in 1875 was zelfs keizer Wilhelm I aanwezig. Wie de ongeveer honderd treden tellende trap naar de galerij bestijgt, heeft een prachtig uitzicht over de omliggende bossen. Overigens heeft het bondgenootschap van de Germaanse stammen niet lang standgehouden. Al kort na de slag tegen Varus lagen ze alweer met elkaar overhoop. www.hermannsdenkmal.de

S. Thielemann

Meemaken hoe het Ruhrgebied ontwaakt

Diverse heuvels in het Ruhrgebied maken geen deel uit van het oorspronkelijke landschap, maar werden door mensen opgeworpen. En dat was min of meer gedwongen: ze bestaan namelijk uit mijnafval. Vanaf de toppen van deze heuvels kun je heel goed zien hoe de zon opkomt. Of ga midden in de nacht de mijnheuvel op in Waltrop. Boven is er een verrassing: als een soort informatiepunt staat op de vroegere stortplaats nu de 12 meter hoge ‘Spurwerkturm’ (‘Turm’ betekent toren, maar een open piramide beschrijft deze opvallende constructie beter), die ook in het donker kan worden beklommen.

Ruim 15 meter heuvel plus nog eens 12 meter toren is voor het Ruhrgebied al een respectabele hoogte, met als beloning een fascinerend uitzicht bij zonsopgang. De ‘Spurwerkturm’ heet zo omdat hij is gemaakt van zogenaamde ‘Spurlatten’. Dit zijn balken die aan de binnenkant van mijnschachten waren aangebracht; ze moesten voorkomen dat goederen in de lift tegen de schachtwanden zouden botsen. Toen de Waltrop-mijn werd gesloten, was iemand zo oplettend de balken te bewaren, waarna kunstenaar Jan Bormann er de ‘Spurwerkturm’ mee bouwde. www.waltrop.de

Stefan Missing/shutterstock.com

Head ’em up, move ’em on!! Wilde paarden vangen in Dülmen

Het Wilde Westen live in Dülmen: 1600 paardenhoeven denderen direct langs de toeschouwers. Dat gaat gepaard met een dichte stofwolk, oorverdovend lawaai en gejoel van de drijvers. Stoere mannen gaan met blote handen op de dieren af. Ze zoeken de jonge hengsten uit de kudde, omsingelen deze en vangen ze ten slotte. De jaarlijkse paardenvangst is niet alleen een spektakel voor de toeschouwers, maar is ook van levensbelang voor deze laatste kudde van 400 wilde paarden in Europa. Om de dieren rustig verder te kunnen laten grazen, moeten de eenjarige hengsten van de kudde worden gescheiden. Anders veroorzaken ze bij de andere paarden te veel onrust.

Daarom wordt de kudde eind mei in de arena samengedreven. Gevangen hengsten verliezen weliswaar hun vrijheid, maar hebben daarna wel een behoorlijk goed leven als koets- of rijpaard. De rest van de kudde wordt direct weer vrijgelaten. Wilde paarden zijn robuuster dan hun gefokte soortgenoten, worden bijna nooit ziek en beschikken over een enorme kracht. Ze leefden overigens altijd al in deze omgeving, maar ook in de rest van Europa waren er wilde paarden. Gelukkig was het afgelegen Merfelder-moeras geen plek waar mensen wilden wonen, zodat ze er ongestoord konden rondlopen. Ongeveer 160 jaar geleden besloot de bezitter van het moerasland, de hertog von Croy, dat alles zo moest blijven zoals het was. Waarna hij in het Münsterland een ca. 350 ha groot natuurreservaat oprichtte. www.wildpferde.de

Bildagentur Zoonar GmbH/shutterstock.com

Op bezoek bij een Neanderthaler

Een reisje door de steentijd is in NRW geen probleem. Bij Mettmann neem je de afrit vanaf de A3 en na flink wat bochten heb je je doel al bereikt. In het Neanderthal draait alles om de beroemde man uit oertijd, die hier ongeveer 150 jaar geleden werd uitgegraven. Tenminste, een deel van hem want een paar botten liggen nog steeds verstopt in de bodem. De vondst van deze ijstijdmens was in 1856 een sensatie. De Neanderthaler, wiens leeftijd op 42.000 jaar wordt geschat, werd wereldwijd de beroemdste Rijnlander.

Het oude houten museum dat vlak bij de vindplaats werd gebouwd is inmiddels vervangen door een modern gebouw, waarin de evolutie van de mens duidelijk wordt uitgelegd. Hier kun je je verdiepen in het leven in de oudheid, een kijkje in een grot nemen, zelf fossielen uitgraven, gereedschappen uit de tijd van de Neanderthaler in elkaar knutselen en luisteren naar jachtverhalen. De Neanderthaler zou in de huidige tijd zeker geen gek figuur slaan bij de ‘sterkste man ter wereld’: hij was namelijk vier keer zo sterk als de gemiddelde moderne mens. Met zijn voeten was het echter niet zo goed gesteld. Ook daarover kun je meer te weten komen in het museum. www.neanderthal.de

Homestory van de bondskanselier

Van 1964 tot 1999 fungeerde de 200 vierkante meter grote ‘Kanzlerbungalow’ als dienstwoning van de Duitse bondskanselier in de toenmalige regeringszetel van de BRD, Bonn. Ludwig Erhard woonde er als eerste. Kurt Georg Kiesinger nodigde er de Oostenrijkse zanger Udo Jürgens uit, die aan de vleugel ging zitten en ‘Merci Chérie’ speelde. Maar niet allen waren gecharmeerd van de moderne bungalow met het platte dak. Ex-kanselier Konrad Adenauer mopperde: “Ik vrees dat hij niet eens brandt. Ik weet niet welke architect deze bungalow gebouwd heeft, maar hij verdient tenminste tien jaar cel.”

Willy Brandt gebruikte het gebouw alleen als gastenverblijf, maar zowel Helmut Schmidt als Helmut Kohl woonden wel degelijk in de kanseliersbungalow. Kohl had voordat hij naar Bonn verhuisde al in eenzelfde soort huis in Ludwigshafen gewoond. Gerhard Schröder maakte voor ontvangsten uitsluitend gebruik van de representatievere kamers en stemde erin toe dat Helmut Kohl in de bungalow bleef wonen. Met de verhuizing van de regering naar Berlijn in 1999 en het vertrek van ex-kanselier Kohl eindigde de ‘actieve’ tijd van de bungalow als woonhuis. Sinds 2009 kan het inmiddels gerenoveerde gebouw worden bezichtigd. En in de zomer kun je ook nog een wandeling maken in het mooie park van de ‘kanseliersbungalow’. www.hdg.de

Langs de kortste rivier van Duitsland lopen

Zo klein en toch een rivier? Jazeker! De Pader is namelijk maar krap vier kilometer lang. Of een waterweg ook een rivier is wordt niet door alleen de lengte bepaald, maar ook door de hoeveelheid water die erdoor stroomt. Met een gemiddeld debiet van vier kubieke meter per seconde mag de Pader zich daarom met recht een rivier noemen. Veel bekender dan de rivier zelf is de stad die aan de bron is ontstaan: Paderborn.

Om langs de Pader te wandelen heb je geen stevige wandelschoenen nodig: de rivier loopt feitelijk door de stad. In de binnenstad borrelen meer dan 200 bronnen met flinke kracht uit spleten en gewelven in de muren. Daarmee is de kortste rivier van Duitsland er tevens een met de meeste bronnen, want uit deze 200 bronnen ontstaan zes beekjes en vervolgens één rivier: de Pader dus. Vanuit het stadspark stroomt hij verder richting het noordwesten om via de binnenstad en de Padersee weer een stukje door de stad te stromen en uiteindelijk uit te monden in de Lippe. En hopla: daar is de Pader alweer ‘gestorven’.

RobertW59/shutterstock.com

Een wandeling onder de Rijn door

… en daarvoor heb je geen duikuitrusting nodig! Het Keulse energiebedrijf RheinEnergie exploiteert een begaanbare tunnel met pijpleidingen voor warmtevoorziening, die van Köln-Deutz onder de Rijn door in de richting van de Musical Dome nabij de Dom loopt. Op een van de oevers staat een gebouwtje dat lijkt op een kleine bunker. Door een dikke stalen deur ga je naar beneden: zes meter onder de bodem van de Rijn door! Voor mensen die last hebben van claustrofobie is zo’n wandeling misschien niet zo’n goed idee, hoewel de tunnelpijp verrassend ruim, licht en vooral heel solide is.

De gang heeft een doorsnede van drie meter en is door een wand van 30 centimeter staalbeton gescheiden van de koude rivier die er vier tot zes meter boven stroomt. Precies in het midden van de tunnel hangt een bord dat aangeeft dat op deze plek een gewicht van maar liefst 177.000 kilo op de tunnelwand rust. En toch is gedurende 25 jaar niet één druppeltje Rijnwater in de tunnel doorgesijpeld. Een keer was het in de tunnel desondanks nat. Dat lag niet aan beton dat ondicht was. Bij het hoogwater van 1993 stond het water tot aan de toegangsdeuren en die bleken niet helemaal afgesloten te zijn. RheinEnergie biedt rondleidingen aan voor groepen vanaf 15 personen. Individuele bezoekers kunnen zich bij de groepen aansluiten. Aanvraag per e-mail: betriebsbesichtigung@rheinenergie.com.

RheinEnergie AG